Redelijke aanpassingen

Dyslexie, wat is dat nu eigenlijk?

Het gaat om kinderen die moeite hebben met lezen en schrijven, die bij de 10% zwaksten zitten. Het is een hardnekkig probleem waarbij na 6 maand de achterstand niet is ingehaald ten opzichte van leeftijdsgenoten en het mag niet te wijten zijn aan een andere oorzaak. De klank en letter zouden in principe automatisch moeten samenvallen, wat bij dyslectici niet meteen vanzelf gaat. Het vraagt steeds meer aandacht en gaat niet automatisch, dat is de kern van dyslexie.

Hoe merk je dyslexie op in de klas?

Lezen en schrijven verlopen voor kinderen met dyslexie heel moeizaam, ondanks dat ze zich extra inspannen. Dit zou je moeten kunnen opmerken in het eerste of tweede leerjaar. De leerlingen kunnen zelf compenserende middelen en trucjes gebruiken waardoor het niet meteen opgemerkt wordt. Het gedrag van kinderen is het kompas waarop je je moet richten om te weten wat er aan de hand is en wat je kan doen.

Dyslexie uit zich bij elk kind anders

We kunnen bij de term dyslexie niet gewoonweg een standaardgedrag inbeelden of veralgemenen, de groep is namelijk zeer heterogeen. De moeilijkheden waarmee ze geconfronteerd worden uiten zich op verschillende manieren en ze hebben diverse methodes om hier mee om te gaan. Wat ze beter kunnen, gaat ook gepaard met hun bezigheden en interesses wat maakt dat ze sommige moeilijkere woorden wel goed kunnen uitspreken, omdat ze er vaker mee geconfronteerd worden.

Zijn kinderen met dyslexie visueel sterker?

Dit kan voor sommigen zo zijn, maar zeker niet voor iedereen. Sommigen hebben andere sterktes die aan dyslexie gekoppeld worden. De gemeenschappelijkheid zit in het hardnekkig moeite hebben met het automatiseren van lezen en spellen. Al de rest is een gevolg van hoe die persoon met het probleem is omgegaan, hoe die in elkaar zit en hoe de omgeving, zowel thuis als op school, ermee om gaat. Meestal zijn het wel doorzetters en zijn ze vaak ook creatief, maar ook niet altijd. We mogen niet op basis van een label volledig weten wat we kunnen en moeten verwachten van een persoon.

Dyslexie – ouders vervullen een belangrijke rol

Als de problemen niet te ernstig zijn, zal de school het nodige doen om de achterstand proberen in te halen. Ouders hebben wel de verantwoordelijkheid om op te komen voor hun kind en de nodige zorg te vragen bij hun school als het nog niet voldoende aangeboden wordt. Ze moeten observeren wat er scheelt en waarom hun kind niet kan doen wat er verwacht wordt. Een studie wees aan dat ouders sneller opmerken dat er een probleem is bij hun kind dan professionals omdat ze het kind in diverse contexten kennen en op een bredere tijdspanne.

Dyslexie – Welke boodschap geef je aan ouders?

Ze moeten zich bewust zijn dat de schoolloopbaan van hun kind niet eenvoudig zal zijn en dat deze drempels zullen ervaren die anderen niet hebben, maar ze zullen er zeker geraken, al zal het extra moeite kosten. Er zijn veel succesverhalen waar ze kracht uit kunnen putten. Met hulpmiddelen die voldoende snel worden ingezet, kunnen ze zeker geraken tot het behalen van hun diploma.

Wat kan een ouder thuis doen?

Ouders zijn cruciaal voor enerzijds de onvoorwaardelijke steun die het psychosociaal welzijn van het kind verbeteren en anderzijds om sterk op te komen voor het kind. Thuis kunnen ouders met hun kinderen oefenen op het lezen door leeskilometers te behalen in leuke boekjes zodat hun kinderen leren genieten van het lezen. Ouders kunnen ook leerspelletjes (op de computer) met hun kind doen om de motivatie hoog te houden.

Samenwerking is de basis tot succes

Ouders en scholen moeten in gesprek gaan, want ze zien de moeilijkheden van hun kind vanuit een verschillend perspectief. Ouders zijn ontvankelijk voor, bijvoorbeeld, de socio-emotionele gevolgen van leerproblemen terwijl scholen dit niet altijd opmerken. Leerkrachten en scholen staan dan weer in voor de methodes en hulpmiddelen voor de moeilijkheden. Het is dan ook niet de bedoeling om elkaar dingen te verwijten, maar net samenwerking en open communicatie zijn cruciaal om het kind verder te helpen.

Moeten kinderen getest worden in een diagnostisch centrum?

De voornaamste reden van testing is de problemen een verklaring geven. Eerst moet er wel voldoende geoefend geweest zijn en moet het kind voldoende didactisch aanbod gehad hebben. De achterstand merk je dan al op en dan ga je er een echte oorzaak aan koppelen. Het is belangrijk dat andere oorzaken uitgesloten worden, zoals slecht horen of zien of een taalstoornis, zodat de juiste hulp aangeboden kan worden.

Het label als wegwijzer

De functie van een label is het benoemen van het probleem, want hier start het traject van begeleiding en de juiste hulp krijgen. De focus ligt op het tweesporenbeleid: blijven remediëren en de hulpmiddelen opstarten. Je leert best het gebruik van hulpmiddelen al tijdig aan en wat niet nodig blijkt te zijn, kan je laten vallen.

Wat is het verband tussen leerstoornissen & intelligentie?

Wat is een STICORDI-aanpak?

De basis is het stimuleren van kinderen om leuke boekjes te lezen en te tonen waar het kind goed in is. Als je nadien moeilijkheden en achterstand begint op te merken, dan ga je remediëren en zorgen dat het kind voldoende extra oefent met begeleiding. Indien daarna blijkt dat het remediëren niet voldoende is en er sprake is van een leerstoornis, zijn er twee mogelijkheden: compenseren of dispenseren. Compenseren wijst op het toereiken van hulpmiddelen waardoor de frustratie vermindert en de zelfwaarde van het kind groeit. Dispenseren is het weglaten van dingen in het onderwijs en de inspanningen die erbij horen, maar gebeurt echter uitzonderlijk.

Compenserende software: het wondermiddel?

Niet alle compenserende middelen werken gunstig voor elke persoon. Het is daarom belangrijk om verschillende opties aan te bieden en te zien waar de leerlingen baat bij hebben door met hen in conversatie te gaan. Het is wel van belang dat het gebruik van een hulpmiddel vroegtijdig wordt aangeleerd om het te leren beheersen. Compenseren moet altijd gepaard blijven gaan met remediërend werken om de basisvaardigheden te beheersen.

Kan je te vroeg starten met luisterboeken en ADIBoeken?

We adviseren om er zeker mee te starten wanneer je merkt dat het minder goed gaat om zo het leesplezier te stimuleren en op te wekken. Luisterboeken kunnen ook deels worden ingezet, dat het kind eerst zelf een stukje leest en daarna met het luisterboek te werk gaat.

Leren ze nog wel lezen met luisterboeken en ADIBoeken?

Luisterboeken gaan gepaard met een geschreven tekst die het kind mee volgt. Ze worden er autonoom door en autonome motivatie is een van de belangrijkste voorspellers voor studiesucces. ADIBoeken nemen drempels weg en verminderen de onderwijsongelijkheid. Naast deze compenserende boeken mag het remediëren niet verwaarloosd worden om te blijven oefenen op de zelfstandigheid van de vaardigheden.

Van ‘Ik haat lezen’ naar leesplezier

Als kinderen zeggen dat ze lezen haten, kan het wijzen op het lezen van verkeerde boeken die niet bij hen passen, dat ze niet de juiste hulpmiddelen hebben gekregen en dat het lezen hen veel moeite kost. Het is een uitspraak dat we regelmatig horen bij kinderen met dyslexie, maar er zijn oplossingen en hulpmiddelen voor. Het is belangrijk dat we kinderen het leesplezier doorgeven door hen boeken te geven waar ze interesse in hebben en gebruik te maken van voorleessoftware of luisterboeken.

Moeten we spellingcontrole toelaten op school?

Het uiteindelijke doel is om in het latere beroepsleven documenten, mails, etc. zonder fouten te kunnen afleveren, maar niemand merkt of dat gebeurde met spellingcontrole of zonder. Het is een recht voor het kind en een plicht van de school om de spellingcontrole te leren gebruiken, als het leren spellen op gewone wijze niet lukt. Er is nog steeds veel discussie over hoe eerlijk het gebruik van spellingcontrole is tegenover andere leerlingen, maar het is juist een hulpmiddel om gelijke kansen te geven, net zoals een bril of een hoorapparaat. We streven geen gelijkheid na, wel gelijkwaardigheid.

Redelijke aanpassingen zijn maatwerk

Er bestaan geen standaardlijstjes om te weten welke hulpmiddelen werken bij welk kind met dyslexie. Niet elk hulpmiddel werkt bij elk kind, het moet inspelen op sterktes en zwaktes en kinderen moeten het zelf georganiseerd kunnen krijgen. De standaardlijstjes kunnen een begin zijn om met het kind zelf uit te zoeken wat werkt en wat niet, laat ze zelf mee verantwoordelijk zijn.

Toetsen en examens met of zonder hulpmiddelen?

Er kan zeker gepeild worden naar de vaardigheden zonder het hulpmiddel dat de leerling gewoonlijk gebruikt om te weten waar hij of zij het moeilijk heeft, want het remediëren blijft natuurlijk belangrijk. Het is echter een minder goed idee om dit dan te laten meetellen voor punten omdat je oneerlijke kansen geeft. Dit is zeker zo wanneer ze geen hulpmiddelen mogen gebruiken in andere vakken dan taal, omdat ze dan zowel moeten lezen en hoofdletters weten te gebruiken als aardrijkskundige of geschiedenisvragen moeten oplossen. Dit zijn dubbeltaken die andere leerlingen niet zo ervaren.

Zijn hulpmiddelen wel eerlijk t.o.v. klasgenoten?

Hulpmiddelen voor leerstoornissen zijn net als een bril en een hoorapparaat, je gaat toch ook niet vragen om die weg te leggen omdat het oneerlijk is tegenover de anderen. Het zou wel oneerlijk zijn als er verschillende eisen gesteld worden als ze met de hulpmiddelen dezelfde doelen kunnen bereiken. Het gaat hier echt om gelijkwaardigheid en dan leg je misschien best ook uit aan andere leerlingen waarom die ene leerling voorleessoftware gebruikt.

Wanneer is de vraag naar redelijke aanpassingen onredelijk?

Scholen zijn verplicht om redelijke aanpassingen toe te laten omdat het gebruik ervan een recht is van het kind. Redelijke aanpassingen zijn financieel haalbaar en positief voor de toekomst van een leerling. Het compenserend hulpmiddel moet worden getraind om het te kunnen inzetten wanneer nodig, zodat het kind zelfstandig te werk kan en zodat het niet te belastend wordt voor de leerkracht om één kind te begeleiden.

Welke richtingen kan je aan met een leerstoornis?

Het is makkelijker om geneeskunde te studeren met dyslexie dan onderwijzer te worden omdat je de fouten bij kinderen moet herkennen en de leerstof adequaat moet kunnen beheersen en aanleren. Er zijn zeker een aantal richtingen en beroepen die veel moeite zullen kosten voor mensen met een leerstoornis, maar dat wil niet zeggen dat het niet mogelijk is. Het zijn overwegingen die je moet maken en je moet gemotiveerd blijven om bepaalde hindernissen te overwinnen. Er ontstaat regelmatig discussies over het plakken van labels en of dat wel echt nodig is. Deze labels kunnen juist zeer handig zijn om te weten wat er aan de hand is en welke hulpmiddelen er bestaan om de moeilijkheden te overtreffen. Maar aan de andere kant worden er typerende kenmerken geassocieerd met labels terwijl dyslectici zeer gevarieerd zijn met verschillende sterktes en zwaktes.

Wat is een ADIBoek en waarom is het nuttig?

ADIBoeken zijn identiek aan de geschreven boeken die in de klas worden gebruikt, maar hier wordt het voorgelezen op een verstandige manier. Het neemt drempels weg en zorgt voor gelijkheid. Dyslectici hoeven geen extra energie te steken in het lezen van technische instructies en kunnen zich dus richten op de inhoud van het lesmateriaal. Het geeft ook autonomie en zelfstandigheid aan het kind om de leerstof aan te pakken.

Wat is een luisterboek en waarom is het nuttig?

Luisterboeken voor Nederlands of vreemde talen kunnen op twee manier gebruikt worden: enkel luisteren of meevolgen in het geschreven boek. Het geeft zelfstandigheid omdat het kind zelf de regie in handen heeft want het moet niet wachten op een ouder of leerkracht om voor te lezen. Deze zelfregulering laat toe om te genieten van literatuur op het eigenlijk leeftijdsniveau.

Bestaat dyslexie wel?

Er bestaan zeker leerlingen die alle goede methodes hebben gebruikt en waarvoor lezen en spellen toch een grote uitdaging blijft. Goede leesmethodes en leesmotivatie zijn inderdaad belangrijke aspecten in het leren lezen van kinderen, maar ze zullen dyslexie niet oplossen want het gaat om een neurobiologische stoornis waardoor informatie anders verwerkt wordt. Slecht onderwijs kan zeker aanleiding geven tot leerproblemen maar zelfs in de beste scholen zijn er kinderen met hardnekkige leerproblemen. Dyslexie en dyscalculie bestaan dus wel degelijk.

Welke sterktes heb je met dyslexie?

Er zijn geen algemene sterktes voor mensen met dyslexie, maar meestal zijn ze wel allemaal doorzetters en willen ze niet snel opgeven. Het gebeurt namelijk regelmatig dat ze dingen meerdere keren moeten proberen voor ze iets kunnen en ze gaan vaak op een atypische manier te werk. Het zijn harde werkers en dat is een absolute troef in het latere beroepsleven. We hebben hun talenten nodig want er is een tekort.

Overzitten en leerstoornissen: zinvol?

Het is eigenlijk niet erg zinvol. Op sociaal-emotioneel vlak gaat het kind achteruit omdat het niet meer bij de vriendjes zit en op vlak van leren is er heel even weer wat ademruimte maar op lange termijn is er geen evidentie dat zittenblijven zinvol is. Zeker voor kinderen met een leerstoornis is het geen goed idee omdat ze niet op alle vlakken gelijk zijn, dus misschien helpt het voor het lezen maar zijn ze al verder in het rekenen. Precies dezelfde klassikale instructie zal niet helpen, maar wel maatwerk en hulpmiddelen voor het kind om zijn leemtes op te vullen.

Langetermijndenken voorkomt problemen later

De leerkrachten bij Eureka houden in het hoofd dat het kind terug zal vertrekken naar een gewone school en geven het kind dus wat het nodig heeft en ze kijken hierbij minstens 2 jaar vooruit. Het probleem moet op tijd aangepakt worden zodat je nadien niet in tijdsnood zit. Autonomie is heel belangrijk om aan te leren want het kind zal zelf zijn plan moeten trekken.

Leerstoornissen en automatismen

De stapjes in de didactiek moeten kleiner gemaakt worden en de leerstof moet meer verdeeld worden voor kinderen met leerproblemen en voor die kleinere stapjes is ook meer oefentijd nodig. Schoolvaardigheden, zoals lezen en rekenen, worden geen automatismen of komen toch veel moeizamer tot stand en dat is de kern van leerstoornissen.

Kunnen we de faalervaring vermijden?

De omgang van de omgeving met dyslexie en de begeleiding van het kind in deze faalervaring zijn zeer belangrijk. Dit kan tegengaan dat het psychosociaal welzijn van het kind verslechtert door de dreigende achterstand ten opzichte van leeftijdsgenoten en vermijdt dat het kind in een vicieuze cirkel terechtkomt. Bij Eureka zijn de leerlingen merkwaardig gemotiveerd omdat ze ondersteund worden in het leren en zo een competentiegevoel ontwikkelen eerder dan een faalgevoel. Er zijn verschillende tools die beschikbaar zijn als het niet gaat, om zo het gevoel van falen tegen te gaan. Er moet voornamelijk geïnvesteerd worden in het leren leren en leren omgaan met die hulpmiddelen, niet in kennisreproductie. Motivatie groeit wanneer je jezelf competent voelt.

Kunnen we dyslexie al vermoeden in de kleuterklas?

Er zijn verschillende criteria om dyslexie vast te stellen: kinderen hebben moeite met instructies, kunnen een achterstand oplopen en ook de hardnekkigheid van het probleem speelt een rol. Dit zijn elementen die we in de kleuterklas nog niet genoeg kunnen zien om dyslexie op te merken. Er zijn wel een aantal cognitieve kenmerken die samenhangen met dyslexie en dyscalculie die wel al in de kleuterklas opgemerkt kunnen worden. Zoals fonologisch bewustzijn en letterkennis, bijvoorbeeld, wat behoorlijk voorspellend is voor de latere lees- en spellingsontwikkeling. Er bestaan enkele games voor kleuters om te oefenen op die vaardigheden. Ten slotte moet er aandacht gaan naar kleuters die reeds dyslexie of dyscalculie in hun genen hebben, aangezien het zeer overdraagbaar is.

titel

Ouders e

Scroll naar top
Waarom kom jij naar Eureka?

Welkom! Fijn dat je er bent. Verken de website of gebruik dit:

 

Ik zoek naar ondersteuning voor mijn kind:

Ik werk met kinderen als leerkracht, logo, … :

Ik wil Eureka Leuven leren kennen

Of zoek je misschien: ADIBib, CleverKids, Cirkelrekenen, infoavonden